Door Teun Bokhoven
Met de resultaten van de doorrekening van het Klimaatakkoord gaan we een laatste fase in die zeer waarschijnlijk binnenkort zal leiden tot een breed gedragen Klimaatakkoord. De extra duiding die het kabinet heeft gegeven rondom de inkomenseffecten en de verdeling van de lasten tussen bedrijven en burgers hebben lastige hobbels weggenomen.
Van de Haagse onderhandelingstafels gaat de uitvoering straks over naar vooral het lokale niveau; in ons geval dus naar Gouda en Midden-Holland. Dat geldt voor het geleidelijk aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving, de groei van elektrisch vervoer en de bijdrage die het bedrijfsleven gaat leveren aan de CO2-reductiedoelen.
Hoewel de doorrekening nog geen 100% bevestiging geeft dat de doelen in 2030 zullen worden gehaald, lijken bijna alle doelen wel binnen de bandbreedte die is berekend.
Sturende en regisserende rol van de gemeente
Wat gaan we daarvan merken? Waarschijnlijk steeds meer ‒ en op allerlei niveaus. Aan gemeenten wordt op veel terreinen een sturende en regisserende rol toegekend. Dat geldt voor het nemen van de regie en het coördinerende beleid rond het aardgasvrij maken van wijken en bedrijventerreinen in de komende 30 jaar. Binnen een paar jaar moet dat een warmtetransitievisie opleveren die de contouren voor de komende decennia zal vastleggen. Daarnaast zal lokaal beleid ook invloed hebben op de ontwikkelingen van elektrisch vervoer, de uitrol van laadpunten, mogelijk nieuwe waterstof-tankstations en de ontwikkeling van de infrastructuur.
Impact voor het bedrijfsleven
Voor het bedrijfsleven zal de impact van het klimaatakkoord ook merkbaar zijn. Bedrijfsgebouwen zullen energiezuiniger moeten worden; daarvoor zullen normen worden geïntroduceerd en bedrijventerreinen worden aardgasloos. Voor de energie-intensieve bedrijven binnen Gouda is de verwachting dat ook daar CO2-beleid invloed zal hebben, maar ligt het meer voor de hand dat er maatwerkoplossingen worden ontwikkeld. Uitgangspunt in het Klimaatakkoord is dat er ook kansen zijn voor onze industrie en het bedrijfsleven. Een belangrijk instrument dat zal worden gebruikt is de Wet milieubeheer en de ‘omgekeerde bewijslast’ waarover DPG, samen met verschillende organisaties, op 28 maart al een minisymposium organiseert.
Er is de laatste tijd veel discussie geweest over de kosten. Opvallende conclusie van de doorrekening van de planbureaus is dat de kosten beduidend lager uitvallen dan eerder verwacht. In vergelijking met onze nationale begroting lijken die kosten beheersbaar en ook op te brengen. Wat betreft de werkgelegenheid valt de balans positief uit door per saldo een sterke groei van ‘groene’ nieuwe banen in het mkb, ook al verdwijnen er banen bij bijvoorbeeld de kolencentrales.
Samenvattend
Het Klimaatakkoord zal waarschijnlijk binnen de komende maanden worden afgesloten. Het wordt een geleidelijk transitieproces voor een langere periode, maar iedere burger en elk bedrijf zal er mee te maken krijgen. De uitvoering zal vooral lokaal plaatsvinden. Dat vraagt een regierol van de gemeenten op veel terreinen en betrokkenheid van veel lokale partijen. Voor het bedrijfsleven, vooral voor het mkb, is de verwachting dat het per saldo meer kansen zal bieden dan bedreigingen. DPG zal zich zeker inzetten om de lokale kansen te verzilveren!
Teun Bokhoven, voorzitter van DPG, is betrokken bij diverse ‘tafels’ aan het Klimaatakkoord.